Mijn fysieke transformatie: hoe ik mijzelf in mijn kracht zette

“Ik wil graag één keer in mijn leven een optimaal fit lichaam”, zei ik ik, toen ik de trainingszaal van de personal trainer betrad.

“En daar kan ik nog heel lang mee wachten, maar waarom niet nu?”

Ik had nog nooit iets aan krachttraining gedaan.

Nog nooit calorieën geteld.

Ik had ook geen idee waar ik precies aan begon.

Het enige wat ik wist, is dat ik graag een optimaal fit lichaam wilde.

En dat ik daar nu wel wat effort in wilde steken.

De afgelopen jaren had ik al flink wat gedaan op het gebied van persoonlijke ontwikkeling.

Sinds de geboorte van onze jongste dochter Ea in 2017, ben ik qua werk mijn hart gaan volgen en op het pad van mijn roeping uitgekomen.

Met alle avonturen van dien.

It feels so exciting en verruimend!

Het voelde alleen alsof mijn lichaam in dit proces wat achterliep.

Want ik had gevoelsmatig nog steeds hetzelfde – net wat te zware – lichaam als 20 jaar geleden.

Het voelde bovendien alsof er onder alle ‘laagjes’ wél een heel mooi, fit lichaam verborgen zat, waar ik wel eens kennis mee wilde maken.

Personal trainer Joost Jesse (van Personal Plaza in Leeuwarden) was up for the job en samen met partner Friso ging ik los.

We planden vaste sportmomenten in de week, kregen een feedbackformulier opgestuurd waarop we onze progressie bij moesten houden.

En toen.. ontdekte ik ook dat we niet alleen gingen sporten, maar dat we ook op voeding gingen letten.

Als in: calorieën bijhouden.

Oh no.

Ik had hier alleen maar negatieve associaties mee.

Mijn moeder die allerlei diëten probeerde – waaronder calorieën of ‘punten’ tellen. En daarbij weliswaar altijd gewicht verloor, maar uiteindelijk eigenlijk altijd weer hoger uitkwam door terug te jojoën.

Mijn moeder die altijd kritisch voor de spiegel stond.

Die zichzelf te zwaar vond, haar kledingmaat te groot vond, mopperend terugkwam van vakantie omdat ze vakantiekilo’s was aangekomen.

En mijn zus.

Mijn zus die direct na het eten ging hardlopen, om alles wat ze had gegeten er direct weer af te sporten.

Die mij 1 gulden beloofde voor elke keer dat ik haar betrapte op het snoepen uit de koelkast.

Die haar kuiten te dik vond voor die ene paar leuke laarzen, zich geërgerd afvroeg waarom zij wel cellulitis op haar benen had en ik niet, die mij haar restjes in stukjes gesneden cake en dropjes gaf omdat ze er zelf spijt van kreeg.

De vrouwen om mij heen zag ik met kritische ogen naar zichzelf kijken en angstvallig en controlematig met voeding en sporten omgaan.

En nu moest ik zelf calorieën gaan tellen.

Terwijl ik mezelf had beloofd hier nooit aan mee te gaan doen.

Maar zie hier, inzicht 1:

Inzicht #1: Calorieën tellen kan ook op een gezonde manier

Het was even wennen, om alles wat ik at op een dag in een app in te vullen. Om alles af te wegen, ook nog.

Maar het gaf me wel direct waardevolle inzichten.
Dat ontbijtje met crackers en pindakaas, wat toch al niet zoveel vulde, zorgt voor wel héél veel calorieën en vet.

Is het me dat echt waard?

En die handjes noten tussendoor, die ik eet als het avondeten nog niet klaar is en ik wel honger heb, die hakken er best wel in.

Ik leerde door deze app hoe calorierijk (of caloriearm) de voedingsmiddelen zijn die ik al at. En wat daarin slimme keuzes zijn.

Ik leerde ook in welke voedingsmiddelen vooral koolhydraten, eiwitten of vetten zitten. En hoe je ervoor kunt zorgen dat dit allemaal met elkaar in balans is.

Zo ontdekte ik dat ik best wel weinig eiwitten at op een dag.

En relatief veel vet.

Terwijl eiwitten juist zorgen voor een verzadigd gevoel.

Ik ontdekte ook dat je heel wat groentes kunt eten, zonder er ‘last’ van te hebben. En dat die ook zorgen voor een volle maag.

Terwijl ik voorheen totaal niet hield van groentes en die het liefst vermeed.

Kortom: het tellen van mijn calorieën gaf me inzichten waarmee ik voortaan slimmere keuzes kon maken.

Naast het bijhouden van mijn voeding moest er uiteraard ook gesport worden.

 

Dit deden we in de gym van Personal Plaza, onder leiding van Joost Jesse.

Ik trainde twee keer per week, één uur per keer.

De ene keer trainde ik alleen (1-op-1), de andere keer samen met Friso (2-op-1).

De personal trainer had een schema dat ik per training mocht gaan afwerken.

Romanian deadlifts, leg curls, lat pull downs – the whole shabam.

Hij leerde me de techniek en ik hoefde het alleen maar te doen.

Best easy, eigenlijk.

Verstand op 0 en gaan met die banaan.

Want ja, of het nou echt leuk is, dat krachttrainen..

meh.

Ik haal meer plezier uit yoga of hardlopen.

Maar het vooruitzicht van een optimaal fit lichaam lonkt natuurlijk.

En ook het vooruitzicht van uiteindelijk meer calorieën kunnen eten dan voorheen.

Want de personal trainer vertelt me dat ik – met het creëren van meer spiermassa – meer ‘PK’s’ krijg en dat mijn lichaam daarmee steeds meer brandstof nodig zal hebben.

Oftewel: mijn optimaal fitte lichaam zal straks meer voeding nodig hebben dan mijn niet zo fitte lichaam nu.

Oké, dat is een fijne bijkomstigheid!

Wat het trainen vooral leuk maakt, zijn de gesprekjes met de personal trainer en de gezelligheid met Friso erbij.

Zo is een uurtje goed vol te houden.

De stampende muziek weet ik op een gegeven moment zelfs te waarderen.

Drie weken na de start van het proces komt echter de eerste ‘hick up’.

Het is de bedoeling dat ik ongeveer 0,7% gewicht verlies per week (wat in het begin perfect ging!), maar mijn gewicht begint na 3 weken te stagneren.

Jakkes.

Dit is waar ik het normaal gesproken zou opgeven.

Ik heb honger, ben kribbig, kan niet eten wat ik wil.

En nu blijft het resultaat ook nog uit.

Ik loop tegen een diepe, oude angst aan, waar ik het bestaan eerder niet zo van doorhad:

Ik kom tekort.

En daar ben ik altijd bang voor geweest.

Ik ontdekte dat ik de overtuiging had dat als ik mezélf niet iets extra’s geef (in de vorm van eten, in dit geval), ik tekort zal komen.

Mijn behoeftes niet vervuld zullen raken.

Want ik geloof dat ik van niemand anders zal krijgen wat ik nodig heb.

En nu kom ik daadwerkelijk tekort.

En dat voelt ruk.

Maar.. ik kan dit gevoel – wat ik altijd probeerde te vermijden – wél dragen.

Dat is een nieuw, geruststellend besef!

Toen ik me vervolgens in een meditatie afstemde op mijn ‘overtollige lichaamsvet’ en mezelf afvroeg waarom het er überhaupt was, zag ik oude beelden in mijn herinnering voorbijkomen van mij als klein meisje – het jongste kind van drie – aan de etenstafel, met de angst dat er voor mij niet genoeg over zou blijven.

Angstvallig keek ik naar al het eten dat aan de anderen werd uitgedeeld, terwijl ik óók zo’n trek had.

Voor mijn gevoel was ik altijd de laatste die opgeschept werd.

Als de persoon die het het ogenschijnlijk minst nodig had.

Eten werd voor mij een manier om – toen ik eenmaal groot genoeg was om voor mijn eigen eten te zorgen – mezelf datgene te geven wat ik nodig had, plús nog wat extra’s.

To make up for all of it.

Ik gaf mezelf extra, zodat ik zeker weten niet tekort zou komen.

In mijn tienertijd zorgde dat ervoor dat ik hele bakken ijs in één keer opat.

Of een hele zak met pepermuntbollen achter elkaar wegwerkte (wat was ik misselijk na afloop).

Als ik voelde dat ik verzadigd was, duwde ik door en nam ik er nóg iets bij.

Ik luisterde niet naar mijn lichaam, maar gaf mezelf altijd nog wat meer.

Ik at altijd wat te veel.

Waardoor ik ook altijd wat te zwaar was.

Inzicht #2: De diepere oorzaak ontdekken onder je overgewicht helpt los te laten

Nu ik me bewust was van deze angst om tekort te komen, gaf dat me rust.

‘Ah, daarom eet ik altijd wat te veel.

Nu ik dat weet, kan ik ‘gewoon’ met deze angst zijn en er doorheen ademen, in plaats van er automatisch naar handelen.’

Daarnaast merkte ik ook op dat ik, tijdens die stagnatie van mijn gewicht, bang was om los te laten.

Om dat gewicht daadwerkelijk te gaan verliezen.

Om mijn ‘beschermlaagje’ te verliezen.

Want dat was dat vet ook.

Een laagje waaronder ik mij verstopte.

Een laagje dat mij iets minder aantrekkelijk maakte voor mannen.

Een laagje dat mij er op die manier van weerhield om echt dichtbij mannen te komen.

Om mijn sensualiteit en seksualiteit te moeten omarmen.

Ik hield dit allemaal wat op afstand, door dit extra gewicht (onbewust) vast te houden.

Toen ik me ook hier bewust van werd, kon ik deze angst voelen, toelaten én intappen op hoe ik me zou voelen als ik dit laagje los zou durven laten.

Dat voelde even spannend, maar ik kon ook visualiseren hoe mijn gewicht daalde in de cijfers en ik me nog steeds veilig voelde.

Hoe ik nog steeds mezelf was.

Nog méér mezelf was, omdat ik nu het lichaam zou krijgen wat echt bij mij past.

Die wetenschap zorgde voor ontspanning en geloof het of niet – mijn gewicht begon weer te dalen.

In deze beginperiode merkte ik ook hoe helpend het is om een like minded omgeving te hebben (of creëren).

Door samen met mijn partner te sporten en onze voeding aan te passen, werd het voor mij veel makkelijker om deze nieuwe gewoontes te creëren.

In mijn eentje had ik alle kracht uit mezelf moeten halen.

Nu konden we elkaar upliften.

Zo werden we heel creatief met de gerechten die we maakten.

Want als je (6 dagen per week) maar 1521 calorieën per dag mag eten, je macro’s (= verdeling in koolhydraten, eiwitten en vetten) moet halen en tóch heel erg wilt genieten van je eten, zul je creatief moeten worden.

Friso kwam met het concept van een zoete omelet, met banaan en cacao nibs.

Als snack in de avond maakten we ‘nice cream’: ijs van gepureerde rijpe banaan.

Onze kwark maakten we een stuk lekkerder met eiwitpoeder in de smaken ‘chocolate chip cookie’, ‘kokos’ en ‘banana pancake batter’.

Ik bakte bananenbroden, groentebroden, gezonde quiches, bonenschotels.

De hele mikmak.

Zoveel mogelijk smaak, zo weinig mogelijk calorieën – dat was in deze periode onze uitdaging.

Mijn derde inzicht was dan ook:

Inzicht #3: Schaarste maakt creatief

We genoten op een gegeven moment zó van alles wat we kookten, dat dit ons voornaamste ding werd om naar uit te kijken op een dag.

Oftewel: we waren voornamelijk met eten bezig, allebei.

En hoe lekker we dat konden maken.

Tel daar een kleine keuken, twee hongerige magen en één weegschaal die tegelijkertijd door twee mensen gebruikt moet worden bij op en je kunt je flink wat gekibbel in de keuken voorstellen.

But we made it (so far ;)).

Ook ontdekte ik in deze periode dat het hebben van een lange adem in zo’n proces écht nodig is.

De ‘oude’ Sanne had na die drie weken waarin mijn gewicht stagneerde opgegeven.

Zeker als ze een partner had gehad die niet aan hetzelfde proces meedeed.

Maar door steeds open te blijven over wat het proces met me deed, dit te delen met supportive mensen (lees: de personal trainer en Friso) en het plan steeds bij te sturen op mijn behoeften, lukte het toch om het voor een hele lange tijd vol te houden.

Waar ik anders de handdoek in de ring gooide op het moment dat iets me niet snel genoeg ging (wat ik ook zo vaak in het ondernemerschap tegenkom, grote les dit), dwong dit proces me om een lange adem te kweken.

Om committed te zijn aan het proces, in plaats van aan het resultaat.

Oftewel: om niet te verwachten dat ik na 2 weken 10 kilo afgevallen moest zijn en anders teleurgesteld te zijn.

Maar om mijn alles te geven aan het proces en dan vanzelf te zien waar we uitkomen.

Een streefgewicht had ik toch al niet.

Alleen de intentie om een optimaal fit lichaam te krijgen.

Hoe dat eruit zou zien en wat de ‘cijfers’ dan zouden zijn – geen idee.

In deze periode las ik ook het boek Atomic Habits van James Clear, wat gaat over het groeien in een nieuwe identiteit door middel van constructieve, kleine gewoontes.

Waarbij de focus op het proces leidend is, in plaats van op het einddoel.

Very helpful.

Inzicht #4: Focus op het proces, in plaats van op het einddoel

Dit alles hielp mij om die eerste zes weken committed te blijven – terwijl ik in de spiegel nog niet ontzettend veel verschil zag en vooral de ‘downsides’ van het proces ervoer (= trek, spierpijn, kort lontje, obstipatie, gebrek aan libido*).

Na de eerste zes weken begon ik langzaam aan verschil te zien, en de mensen om mij heen ook.

Ik begon complimenten te krijgen (en ook wel reacties als: ‘Nu word je echt te dun hoor, Sanne!’, en: ‘Nu is het wel genoeg’).

Mijn kleding ging slapper zitten, mijn lichaam begon er strakker uit te zien.

I began to like what I saw.

Na een week of 10 voelde ik me wel slapper worden en kreeg ik een extra ‘hoge dag’ per week van de personal trainer: een dag waarop je het aantal calorieën mag eten dat uiteindelijk je onderhoudsniveau wordt.

In mijn geval waren dat 2226 calorieën.

De hoge dagen bouwden we zo heel langzaam op, terwijl mijn gewicht (iets minder snel) bleef dalen.

In die periode besloten we om mijn progressie vast te leggen met een fotoshoot.

Als ik helemaal tevreden zou zijn met mijn lichaam, zouden we dat belonen met mooie foto’s.

And so we did. Het resultaat zie je hier!

Inmiddels, nu ik dit schrijf, is het al meer dan 7 maanden geleden toen ik voor het eerst de gym betrad.

Mijn gewicht heeft zich gestabiliseerd rond de 61 kilo, ik eet nu 2212 calorieën per dag en houd in het weekend niet meer bij wat ik eet.

Waar ik nu naartoe wil groeien, is dat ik leer écht naar mijn lichaam te luisteren in wat het nodig heeft.

Niet meer, niet minder.

Dat ik op een gegeven moment geen voeding meer bijhoud en veel minder vaak op de weegschaal sta.

Dat mijn relatie met voeding en mijn lichaam weer veel meer intuïtief en ‘normaal’ word.

En dat ik tegelijkertijd wel blijf krachttrainen, omdat het die PK’s lekker op volle toeren laat draaien (en mijn lichaam er meer vorm van krijgt).

Of ik dat optimaal fitte lichaam inmiddels heb bereikt?

Ik weet het niet.

Volgens mij is er altijd meer progressie mogelijk, op welk punt je ook staat.

Ik weet wel dat ik heel blij ben met het lichaam dat ik nu heb, voornamelijk omdat het voelt alsof ik er nu uitzie zoals ik me van binnen altijd al voelde.

Het beschermlaagje is niet meer nodig, ik ben niet meer bang (meer) in mijn potentie te stappen en mezelf te laten zien zoals ik ben.

Dat alleen al voelt heel bevrijdend.

Dat ik vind dat kleding me nu leuker staat, dat ik makkelijker hardloop en zwaardere dingen kan tillen is een mooie bijvangst. 😉

En nu?

Het eerlijke antwoord:

Na een half jaar begon mijn gewicht weer wat te stijgen en dacht ik gelijk: ‘oh jee.

Straks ga ik dit weer verliezen.

En dan vindt iedereen mij een lozer.’

Ik werd me ineens bewust van mijn ego, die zich door de achterdeur toch naar binnen had gewurmd en zich was gaan hechten aan hoe ik er nu uitzie.

Iets wat ik nooit wilde.

Want toen ik mijn moeder en zus vroeger zo kritisch voor de spiegel zag staan vroeger, had ik een innerlijk besluit gemaakt: dat wil ik nooit.

Ik wilde mijn eigenwaarde nooit koppelen aan mijn lichaamsbeeld, uit angst dat ik ook zo kritisch op mijn lijf zou worden.

Dat heeft lange tijd voor me gewerkt – het maakte me nooit zoveel uit hoe ik eruitzag – maar ik merk dat ik me nu dan toch ben gaan hechten aan hoe ik er (inmiddels) uitzie.

Dus dít is hoe mijn moeder en zus dat hebben ervaren.

Op zich vond ik het ook wel weer interessant om ‘deze kant’ mee te maken.

Waar ben ik in de kern bang voor?

En kan ik dat dragen?

Dit hele vraagstuk zag ik ook weer terug op de weegschaal.

Als ik in de angst zat, hield ik vast en was ik (iets) zwaarder.

Als ik in liefde met mijn lichaam was, ontspande ik, liet ik los en was ik (iets) lichter.

Hierdoor ben ik ook bewuster geworden van de plek waar vanuit ik kom als ik voor voeding kies.

Kies ik dit voedingsmiddel nu vanuit angst?

Angst om tekort te komen, bijvoorbeeld?

Puur als vulling?

Of kies ik vanuit liefde?

Vanuit wat ik écht graag wil proeven, wat mij echt lekker lijkt, waar ik mijn lichaam mee wil voeden?

Heel ander uitgangspunt.

Inzicht #5: Kies ik vanuit angst? Of vanuit liefde?

En zo is dit proces ook vast en zeker nog lang niet afgelopen.

But this is where I stand now.

Eén ding is zeker: dit hele proces vond ik super-interessant en bekrachtigend, op veel meer manieren dan ik van te voren had verwacht.

Ik kan het je van harte aanraden.

*The downsides

Dit ‘succesverhaal’ zou niet een volledig beeld geven, als ik ook niet open en eerlijk zou zijn over de downsides van dit hele proces. Want die waren er natuurlijk ook:

Uitgebleven menstruatie

Na één maand sporten is mijn menstruatie uitgebleven – en die is nog steeds niet terug. Dit kan blijkbaar voorkomen als je in korte tijd relatief veel afvalt. Je lichaam raakt daarvan in de stress en ‘verspilt’ daardoor geen energie aan de voortplanting.

Ik heb mijn menstruatie niet echt gemist, maar vind het inmiddels wel weer een fijn idee dat alles weer normaal functioneert.

Via de huisarts heb ik mijn bloed laten prikken en die waardes waren allemaal oké.

Binnenkort maak ik daarom een afspraak met een fertiliteitsarts om te onderzoeken wat er precies bij mijn voortplantingsorganen gebeurt.

En ik wil kijken wat het alternatieve pad me hierin kan brengen.

Het voelt voor mijzelf alsof dit thema ook samenhangt met een ander thema wat hier de afgelopen tijd speelt: het omarmen van mijn sensualiteit en seksualiteit.

Maar daarover later een aparte blog of podcast o.i.d.. 🙂

Libido foetsie

Mijn libido was al niet torenhoog toen we in dit proces stapten, maar met een man die net zo hongerig en kribbig is als jezelf, was mijn libido helemaal verdwenen. Voor een paar maanden lang, in ieder geval.

Toen ik weer meer mocht eten, steeg mijn libido wel weer en ligt het nu hoger dan op het oude niveau (because hey – I feel damn sexy at times).

Weegschaal mee naar restaurant

Oh ja, en laten we deze downside niet vergeten: in een restaurant zitten, je eten van je bord af plukken, dit op je meegebrachte weegschaaltje leggen, het gauw invoeren in de app en het eten weer terug op je bord leggen voldoet niet bepaald aan het typische beeld van een romantisch etentje buiten de deur.

But we did it.

Ik schaamde me er toen al voor.

Maar ik vind wel dat we hiermee 10 extra bonuspunten voor commitment hebben verdiend (waar kan ik die verzilveren? ;)).

The facts

Gewicht voor: 71 kilo
Gewicht na: 60 kilo

Verloren centimeters taille: 12,5 cm.
Verloren centimeters heupen: 10,5 cm.

Aantal calorieën toen: 1521 per dag
Aantal calorieën nu: 2212 per dag

Succesrecepten

Ontbijt

Zoete omelet met cacao nibs

Ingrediënten:

  • 2 eieren
  • 50 gram magere kwark
  • 5 gram weipoeder met smaakje naar keuze
  • 30 gram banaan (in stukjes)

Topping:

  • 2 gram cacao nibs
  • 5 gram gecrunchte pecannoten
  • evt. 30 gram cottage cheese
  • evt. 50 gram fruit (bijvoorbeeld: kersen, aardbei, blauwe bessen, frambozen)

Voedingswaarden:

18 gram koolhydraten

25 gram eiwitten

14,5 gram vet

309 calorieën

Kluts de eieren en roer de kwark, weipoeder en banaan er doorheen. Neem een pan waarin je geen of weinig olie nodig hebt (of gebruik anders oliespray) en bak hierin de omelet.

Als de omelet klaar is, beleg ‘m dan met de topping. Et voilà!

Toetje

Bananen-chocolate-chip-cookie-pindakaas-ijs

Ingrediënten:

  • 180 gram rijpe banaan (bevroren, in kleine stukjes)
  • 5 gram Ghost weipoeder, Chocolate Chip Cookie-smaak
  • 50 gram magere kwark
  • 7 gram pindakaas
  • 3 gram pure chocola (92%)

Voedingswaarden:

38,5 gram koolhydraten

11,5 gram eiwitten

6 gram vet

261 calorieën

Pureer de bevroren banaan met een (sterke) blender, samen met de kwark en weipoeder. Doe vervolgens de pindakaas en pure chocola er bovenop of roer het er doorheen. Bon appetit!

2 gedachten over “Mijn fysieke transformatie: hoe ik mijzelf in mijn kracht zette”

  1. Goed gedaan, Sanne. En nog steeds; de reis blijft altijd doorgaan.
    (Ik kom net van de sportschool 😀. Proefabonnement small group training. Hoge drempel, want ik vind sporten leuk, maar dit best saai. Maar je moet toch wat, als je ‘figuurlijk’ wel, maar letterlijk niet meer lekker in je vel zit.)

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *